Samenvatting
Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog vertrekt het tienjarige Pools/Joodse wonderkind Pinkus Goldfajn naar Wenen om in de leer te gaan bij een gerenommeerde vioolpedagoog. Dertien jaar later, tijdens de Roaring Twenties, kent heel Berlijn hem als Paul Godwin, de beroemdste Stehgeiger in die bruisende stad. Miljoenen van zijn grammofoonplaten worden over de hele wereld verkocht en hij wordt miljonair. Maar als Hitler in 1933 aan de macht komt, verandert zijn leven in een nachtmerrie. Aan de hand van het door haar gevonden feitenmateriaal vertelt Ernestine Brikkenaar van Dijk het ontroerende en verbijsterende levensverhaal van de violist Paul Godwin (1902-1982). Met dit verhaal wordt de herinnering aan een van de meest veelzijdige muzikanten van de vorige eeuw aan de vergetelheid onttrokken. Ernestine Brikkenaar van Dijk (1958) studeerde Kunstgeschiedenis in Leiden, woonde en werkte acht jaar in New York en is werkzaam als (cultuur)historisch onderzoeker en publicist.