Samenvatting
Tweede, herziene druk
Parijs, 1905. Een Hollandse journalist belt aan bij de weduwe Manet. Met tegenzin doet de oude dienstbode hem open. Anderhalf uur later zit madame Manet met blossen op haar wangen: ze was weer even Suzanne Leenhoff in haar vertrouwde Zaltbommel! Ze nodigt de charmante jongeman uit terug te komen. Terwijl de dienstbode het vuil van jaren van de meubels verwijdert, blaast madame Manet het stof van haar herinneringen. Alles komt weer terug: de pianolessen die ze Édouard Manet gaf en hun geheime liefde. De eerste grote wereldtentoonstelling, de kunstrellen, en de salonavonden waarop ze kunstenaars als Degas, Zola, Renoir en Monet ontving. Hoe ze model stond voor haar man Édouard Manet en bevriend raakte met de dichter Baudelaire.
Wanneer de journalist informeert naar de erfenis van wijlen haar man, stokt haar woordenstroom. De dienstbode is wat loslippiger, maar krijgt daar spijt van als ze zijn ware bedoelingen begrijpt.
Dit boek vol geruchtmakende schilderijen en oude foto's is te lezen als een roman, maar biedt evengoed een sprankelend kunsthistorisch tijdsbeeld, over de Impressionisten in het culturele centrum van de wereld. Niet alleen geeft madame Manet haar herinneringen aan haar man en zijn werk als kunstenaar, ze blijkt er ook een dubieuze rol in te spelen.