Samenvatting
Toen Gustaaf Vogel in de dealingroom hoorde dat zijn zusje was verdronken, wist hij dat het tijd was om de geldhandel vaarwel te zeggen. Wat hij nog niet wist was dat hij terecht zou komen in een afgelegen huis aan de rand van een duin- landschap. Op loopafstand van de oorsprong van alles. Het was geen heimwee dat hem dreef, niet naar zijn land en ook niet naar het zelfvoldane villadorp. Wel was er een opgeleefd verlangen naar de zee, de onbegrensde ruimte, het fijne zand, de vogels langs de vloedlijn, het strandpaviljoen uit zijn jeugd. En er was nog iets anders, maar daar wilde hij niemand mee lastigvallen. Hij was tot de slotsom gekomen dat er maar één manier was om eenzaamheid te lijf te gaan: door er vol in te gaan zitten.