Samenvatting
In Joseph Conrads eerste roman ‘Almayers Luchtkasteel’ uit 1895 tuurt de arme zakenman Kaspar Almayer de hele dag vanaf zijn gammele veranda de Pantai-rivier af, en droomt van een goudmijn in de binnenlanden van Borneo die hem in één klap rijk zal maken. Almayer is van Hollandse komaf en ging ooit een veelbelovende toekomst tegemoet in Nederlands-Indië. Op aandringen van een geduchte avonturier, de ‘Koning van de Zee’, Lingard, is hij een huwelijk aangegaan met diens Maleisische adoptiedochter. Het huwelijk is al lang doodgebloed; zijn vrouw veracht Almayer en zint op manieren om hem te gronde te richten. Almayers enige troost is zijn dochter Nina, zijn oogappel, die als jongvolwassen vrouw onlangs is teruggekeerd vanuit Singapore waar ze onder de hoede van de conservatieve mevrouw Vinck haar scholing heeft gekregen. Voor haar houdt hij zijn hopeloze dromen levend, totdat hij in de gaten krijgt dat Nina verliefd is geworden op een Maleisische prins.