Samenvatting
Moderne literaire auteurs zijn veel bezig met hoe ze overkomen. Ze creëren alter ego's, publiceren egodocumenten en roeren zich in de media. Vaak wordt gedacht dat ze daarmee buigen voor de commercie. Door Prometheus geboeid belicht een andere kant: schrijvers werken aan hun imago om zichzelf juist als vrije intellectueel te presenteren. Laurens Ham vertelt een cultuurgeschiedenis van het Nederlandse auteurschap tussen 1820 en 1970, waarin literaire kopstukken als Multatuli, Carry van Bruggen en W.F. Hermans naast vergeten auteurs als J.B.D. Wibmer en Annie Salomons staan. Aan de hand van klassieke romans, essays, pleitredes en egodocumenten biedt deze studie inzicht in de spanning tussen de zelfrepresentatie van auteurs en hun veranderende maatschappelijke positie. Krijgen auteurs vanaf de negentiende eeuw steeds meer vrijheid? Nee. Maar wie zich in de literaire wereld het minst aan maatschappelijke normen gelegen laat liggen, wordt wel het meest serieus genomen.