Fragment
In de middag bereikten ze hun doel. Midden in de uitgestrekte bossen lag een heuvel, en bovenop die heuvel stond een toren. Het was een vierkant gebouw van grote, grijze stenen. De toren was zes meter breed en zo’n acht meter hoog. Naar boven toe werd de toren iets smaller.
Het was niet bepaald een indrukwekkend gebouw, maar wel het enige gebouw in de omgeving. Het was trouwens ook het enige gebouw dat Litanqua in dagen had gezien.
Onderaan de toren waren wat hokken waarin kennelijk kippen of eenden werden gehouden, er was een stal voor de paarden, en onderaan de heuvel stroomde een beek met helder water door een klein weiland waarop groenten werden verbouwd.
Dit was dus de toren van de heilige Olga, de toren die sinds haar dood constant bewaakt werd. Bewaakt waartegen, vroeg Litanqua zich af. Er was in de wijde omtrek niets te zien waartegen je een toren zou moeten bewaken.
×