Samenvatting
De Europese middeleeuwen staan vandaag niet meteen bekend om hun positieve houding ten opzichte van erotische relaties tussen mannen. Werd sodomie in het christendom niet officieel beschouwd als een zonde van het vlees? In de dagelijkse sociale en culturele praktijk bestond echter wel wat speelruimte voor de mannenliefde. Daarvan getuigen ook de gedichten in deze bundel, geschreven door studenten, schoolmeesters, monniken en bisschoppen van de negende tot en met de dertiende eeuw. Zij creëren voor ons een wereld van vertwijfelde minnaars en bloedmooie maar hooghartige jongens, van geilheid, droefheid en jaloezie. Intussen voeren ze ons van de goddelijke Olympus langs de onderwereld van Parijs om uiteindelijk te belanden op het kerkhof. De oorspronkelijke Latijnse teksten worden hier zij aan zij gepresenteerd met frisse en toegankelijke Nederlandse versvertalingen. De bundel bevat ook een nawoord en eindnoten. Stijn Praet (1986) is gastprofessor Latijnse letterkunde aan de Universiteit Gent. Daarvoor was hij aangesteld aan de universiteit van Stockholm en Harvard University. Momenteel doceert hij vakken over de Romeinse redenaar Cicero, homo-erotische poëzie van de oudheid tot de renaissance, middeleeuwse literatuur, en literair vertalen. Eerder publiceerde hij al vertalingen van het middeleeuwse verssprookje Asinarius (In het spoor van Vergilius, 2017) en Arthur Rimbauds jeugdwerk Ver erat (Hermeneus, 2007).