Samenvatting
Op een kwade dag hoort Roel van Duijn dat zijn vriendin niet langer zijn vriendin wil zijn. Paniek. Hij hoeft zich geen moment af te vragen waarom. Hij heeft het er zelf naar gemaakt. In de roman Liefdesverdriet verwerkte hij in dagboekvorm zijn ervaringen in de maanden die volgden. De pijn, de jaloezie en de doodsdrift.
Typerend voor van Duijn is dat hij niet alleen klaagt, maar ook wijzer wil worden van zijn tegenslagen. Voor het eerst in zijn veelzijdige bestaan neemt hij de tijd om terug te kijken op zijn persoonlijk leven. Na zich veertig jaar lang bijna alleen op de buitenwereld te hebben gericht, kijkt hij nu kritisch naar zichzelf, zijn beschermde jeugd in Den Haag, zijn ouders, zijn hang naar avontuur en zijn eerste liefde.
De roman wordt afgesloten met een reeks portretten van uiteenlopende mensen, die, net als van Duijn, met heftig liefdesverdriet zijn geconfronteerd. Hoe hebben zijn hun crisis overleefd? Al schrijvende ontwikkelt de auteur een strategie om ook de ergste van alle rampen te boven te komen. Het schrijven van dit boek was het begin van de verwerking van zijn liefdespijn. Zodat hij, als ervaringsdeskundige, veel andere lijders aan liefdesverdriet kon gaan helpen. Daaruit ontstond de therapie die nu de basis is voor zijn bloeiende praktijk als liefdesverdrietconsulent.
Roel van Duijn (1943) heeft vele relaties gehad maar is kort na de eerste druk van dit boek gelukkig getrouwd. Hij werd bekend als de oprichter van Provo en de Kabouterbeweging, als vernieuwend denker, als schrijver van romans en manifesten en als politicus.
Liefdesverdriet is zijn meest persoonlijke boek.