Samenvatting
Shijo zijn Koreaanse verzen van drie regels, vaak gezongen, die karakteristiek zijn voor de periode van 1400 tot 1900. In deze bundel ligt de nadruk op de periode na 1600, toen de onderwerpen het keurslijf van de confucianistische moraal doorbraken en veel gevarieerder, levendiger en vrijmoediger werden, met thema’s als liefde, seks en verlangen. De shijo van die tijd weerspiegelen grote sociale veranderingen en roepen een heel ander beeld op dan de stereotiepe dichterlijke maneschijn en pruimenbloesems van het oriëntalisme. Ze laten ook goed zien hoe Korea in bepaalde opzichten opvallend verschilt van China en Japan. Boudewijn Walraven is emeritus-hoogleraar Koreastudies en heeft eerder proza uit dezelfde periode, moderne poëzie en verhalende sjamanenliederen vertaald.