Fragment
Een pagina uit hoofdstuk 12, 'Alfabetische lijst van verkleinwoorden':
speculaasje een speculaasje eten
speeltje een speeltje zijn voor iemand
speeltje een nieuw speeltje hebben
speeltje een seksspeeltje gebruiken
speentje op een speentje zuigen
spekje een (roze, wit) spekje, spekkie eten (snoep)
spekje spekjes braden (varkensvlees)
spekkie spekkie naar zijn of haar bekkie zijn
speldjes speldjes verzamelen in een speldjesalbum
spelletje een woordspelletje spelen
spelletje een computerspelletje spelen
spelletje aan een radiospelletje meedoen
spelletje een positiespelletje doen (voetbal)
spelletje een kinderspelletje doen
spelletje ‘er wordt een spelletje met mij gespeeld’
spelletjes een spelletjesavond houden
spiegeltje “Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is de mooiste van ‘t land?”
spiegeltjes iets waardevols voor ‘spiegeltjes en kraaltjes’ ruilen
spinnetjes spinnetjes in je ogen zien (mouches volantes, ook: vliegjes)
spionnetje in een spionnetje kijken/loeren
spiraaltje een spiraaltje aanbrengen, laten plaatsen
spleetje een spleetje hebben (tanden, vagina)
spoedje een spoedje zijn
spoortje geen spoortje twijfel hebben
spoortje geen spoortje van iets (bv. bewolking) te bekennen zijn
spotje een reclamespotje maken
spotje een spotje inspreken, opnemen (tv, radio)
spotje een spotje plaatsen, vervangen
spraakje een raar of bekakt spraakje hebben
sprankje een sprankje hoop hebben
sprietje ieder grassprietje willen opvreten (voetbal)
sprintje een sprintje trekken
sproetjes sproetjes hebben
sprongetje een sprongetje maken (van blijdschap)
sprongetje een sprongetje op de ranglijst maken
sprongetjes sprongetjes maken (ontwikkeling van baby of kind)
sprookjes sprookjes vertellen
×