Fragment
Vreemdgaan
Ook voor mij brak er een nieuwe tijd aan. Ik kreeg een baan aangeboden in Gorinchem als order Picker bij een groothandel in levensmiddelen voor de horeca en verzorgingstehuizen. Ik werd in een groep geplaatst die merendeels uit vrouwen bestond die wat wilden bijverdienen en een paar vaste krachten. Een van de vrouwen, een mooie jonge vrouw, gaf me een hand. ‘Koos, Leuk dat je bij ons komt werken.’ Ik keek haar verbaasd aan. ‘Herken je me niet? We hebben vroeger in dezelfde straat gewoond.’
‘Nu zie ik het, je bent Cora Schouten. Ik herinner me nog goed dat je mijn vriendin was. Je moeder verbood je om met me om te gaan, omdat ik uit een arbeidersgezin kwam.’
‘Dat niet alleen. Ik was toen zeventien jaar en jij twintig.
Het verschil in leeftijd vond ze te veel.’
‘Dan ben je niet veel veranderd. Laten we in de schafttijd bijpraten.’
‘Ja, leuk dat doen we.’
In de kantine vertelt ze dat ze met een knul in haar appartement in Dordrecht had samengewoond, maar erachter kwam dat hij met de buurvrouw scharrelde. ‘Ik kwam vroeger van mijn werk thuis, belde bij de buurvrouw aan om een pak koffie te lenen. Ik was perplex toen hij in zijn ondergoed de deur opendeed. Huilend heb ik al zijn spullen voor haar deur neergedonderd. Nog geen kwartier later belde hij aan en smeekte me of hij mocht terugkomen.
De buurvrouw wilde hem niet in huis hebben. Het was haar alleen om de seks te doen. Je kan barsten, zei ik, en smeet kwaad de deur dicht. Ik heb hem niet meer gezien.’
‘Wat een klootzak dat hij je vertrouwen heeft geschaad.’
‘Voorlopig wil ik geen relatie meer. Ik kijk wel uit.’
Het fluitsignaal gaf aan dat de schaft voorbij was. Ze liep met gebogen hoofd naar haar afdeling. Ik had medelijden met haar; na werktijd bracht ik haar naar het station. Ze gaf me vluchtig een kus en stapte de trein in, me achterlatend met een gelukzalig gevoel.
×