Samenvatting
Diogenes Laërtius schreef omstreeks de derde eeuw na Christus Leven en Leer van Beroemde Filosofen. Het boek bestaat uit 82 biografiën van filosofen, waaronder belangrijk werk van Epicurus. Het staat vol met anecdotes en lange tijd is dit werk in de filosofie niet als serieuze bron gezien, het zou te onbetrouwbaar zijn. De laatste jaren komt hier echter verandering in en neemt de invloed van het boek sterk toe. Wat is de waarde van dit boek voor de moderne mens en welke filosofen zijn er door beïnvloedt?
Interview met Charles Hupperts, classicus en vertaler, moderatie: Hans Kennepohl
Vertaald, ingeleid en van aantekeningen voorzien door Rein Ferwerda
Diogenes Laërtius als persoon is een grote onbekende. Maar zijn werk is befaamd. Hij heeft 82 biografieën van antieke filosofen geschreven die buitengewoon lezenswaardig zijn. Vol humor vertelt hij alles wat hij over zijn onderwerp heeft kunnen vinden. Zo weet hij dat Aristoteles spillebenen had, Plato nooit lachte en Diogenes de cynicus in een ton leefde. Hij geeft van de meeste filosofen ook een summier overzicht van hun leer, maar zijn behandeling van de stoïcijnen en sceptici is behoorlijk grondig en van Epicurus heeft hij zelfs drie brieven opgenomen waarin Epicurus zelf zijn leer uiteenzet. Voor onze kennis van de antieke filosofie is dit werk daarom van groot belang, vooral omdat de bronnen waaruit Diogenes zijn gegevens haalde praktisch allemaal verloren zijn gegaan.
Hij begint zijn boek met de spreuken van de Zeven Wijzen (onder wie Thales en Solon). De voorsocratici komen aan bod, Plato en Aristoteles en hun scholen, de Stoa, Epicurus en de sceptici. Hij noemt als vertegenwoordiger van deze school zelfs nog Sextus Empiricus die vermoedelijk aan het eind van de tweede eeuw van onze jaartelling leefde. Diogenes zal zijn boek dus aan het begin van de derde eeuw hebben geschreven. De neoplatonici noemt hij niet meer.Voor liefhebbers van mooie verhalen en voor filosofen is dit een zeer waardevol boek.
Inhoud
Inleiding 7
Beknopte bibliografie 11
BOEK I
Proloog 13 Thales 20 Over de Wijzen in het algemeen 27 -
Solon 29 Chilon 38 Pittacus 40 Bias 43 Cleobulus 46
Periander 48 Anacharsis de Scyth 51 Myson 53 Epimenides
54 Pherecydes 57
BOEK II
Anaximander 61 Anaximenes 61 Anaxagoras 63 Archelaüs
67 Socrates 67 Xenophon 79 Aeschines 83 Aristippus
85 Cyrenaïci 93 Phaedon 99 Euclides 100 Stilpon 103
Criton 106 Simon 106 Glaucon 107 Simmias 107 Cebes
107 Menedemus 107
BOEK III
Plato 115
BOEK IV
Speusippus 153 Xenocrates 155 Polemon 158 Crates 160
Crantor 161 Arcesilaüs 163 Bion 170 Lacydes 174 Carneades
175 Clitomachus 177
BOEK V
Aristoteles 179 Theophrastus 191 Strato 199 Lycon 201
Demetrius 204 Heraclides 208
BOEK VI
Antisthenes 212 Diogenes de cynicus 218 Monimus 243
Onesicritus 243 Crates 244 Metrocles 247 Hipparchia 248
Menippus 249 Menedemus 250
BOEK VII
Zeno 253 De stoïcijnse filosofie in het algemeen 268 A. Logica
269 B. Ethiek 284 C. Natuurwetenschap 301 Ariston 311
Herillus 313 Dionysius 314 Cleanthes 314 Sphaerus 318
Chrysippus 319
BOEK VIII
Pythagoras 329 Empedocles 347 Epicharmus 356 Archytas
357 Alemaeon 358 Hippasus 359 Philolaüs 359 Eudoxus
360
BOEK IX
Heraclitus 363 Xenophanes 368 Parmenides 370 Melissus
371 Zeno 372 Leucippus 373 Democritus 375 Protagoras
381 Diogenes van Apollonia 384 Anaxarchus 384 Pyrrho
385 Timon 404
BOEK X
Epicurus 408
Appendix: Het Delische probleem 465
Namenregister 470