Fragment
Johan en Nora keken met hun vader in de woonkamer benauwd naar het levenloze beeld. Moeder had zich teruggetrokken in de slaapkamer. Vader verzuchtte: “Sjonge, jonge.” Nora had nog steeds waterige ogen. Johan wist niets te zeggen en keek naar zijn vader, in de hoop dat hij een paar verlossende woorden zou spreken, maar vader keek in het niets. Na een tijdje zei Johan: “Wie zou nou zoiets doen, Pa?” Vader antwoordde pas na een paar minuten: “Het zou me niets verbazen als Castro daarachter zit, of de communisten. In wat voor wereld leven we.” Hij stond op en zette de radio aan, omdat de nieuwsuitzendingen daar uitgebreider waren.
×