Samenvatting
'Lessen in goed wonen' werpt een licht op een bijzondere vorm van woonadvies, eigen aan de naoorlogse periode in België. Het boek introduceert de lezer in een breed debat over zogenaamd goed' of beter' wonen. Een hele reeks geëngageerde gesprekspartners waren bij dit debat betrokken: overheidsinstellingen, architecten, designers, beroepsorganisaties, socioculturele verenigingen, producenten en bouwmaatschappijen. Talrijke tentoonstellingen, boeken, artikels, lezingen en lessenreeksen waren bedoeld om de bezoeker, lezer of toeschouwer te informeren en op te voeden' inzake wooncultuur. Het naoorlogse debat over goed wonen' was geworteld in het interbellum, maar kende een uitgesproken nieuwe dynamiek onder invloed van de politieke en maatschappelijke evoluties, de woningnood, de industrialisatie en de vernieuwingen in de bouwsector, het meubelbedrijf en de huishoudtechnologie. Het boek bespreekt de inhoud van de vernieuwde educatieve vertogen en in het bijzonder de hieraan gekoppelde ruimtelijke modellen voor de woning. Het laat ook zien hoe de woonvoorlichting omstreeks 1958 - het jaar van de wereldtentoonstelling in Brussel - onder toenemende druk kwam te staan.