Fragment
Arm in arm staken ze de weg over en lieten zich toen meevoeren met de stroom van wandelaars die ongehaast langs de kraampjes slenterden. Want er was ook zoveel te zien !
Al die kleine tentjes, tot de nok toe gevuld met manden vol geurige kruiden en gekleurde specerijen, of kleverige dadels naast reusachtige meloenen, of op maat gemaakte petjes en modieuze sandalen, klaar terwijl je wacht.
Er waren winkeltjes met glaswerk en serviesgoed, stalletjes met zoete wafels, gesuikerde nootjes en kruidige koeken, bakkertjes met heerlijk geurend brood, restaurantjes die rijst met geroosterde groenten serveerden en die geperste sapjes schonken.
Het was een eindeloze parade van opwindende kleuren en exotische geuren die ze ongemerkt steeds dieper het doolhof in lonkte. Telkens was er wel weer een volgend kraampje dat hen verleidde met glimmende kraaltjes, of stijlvolle tasjes, of rollen fluweelzachte stof. En meerdere keren werden ze uitgenodigd om even binnen te komen en een kopje thee of een zoet flensje, of wat vers gebrande zaden te komen proeven.
De sfeer was ontspannen en gemoedelijk en iedereen leek even vriendelijk. Maar intussen waren de dames in die wirwar van smalle straatjes en nauwe steegjes wel zo vaak links en rechts afgeslagen dat Lenkie in haar eentje de weg naar het hotel nooit zou hebben teruggevonden.
De straatjes werden ook alsmaar rustiger. Dit was het oudste gedeelte van de stad, en dat was het ook wel aan te zien. De eeuwen waren hier niet ongemerkt voorbij gegaan. Want wat ooit vast en zeker een gezellige buurt was geweest, lag er nu vervallen en troosteloos bij. De meeste gebouwen konden wel een likje verf of een kloddertje cement gebruiken en sommige panden leken totaal onbewoonbaar geworden.
En toen ze in een bijna verlaten straatje nog eens rechtsaf sloegen bleek dit de eerste plek in heel Station Sinbad te zijn waar verder niemand anders op straat te zien was. Er dreef een onaangename geur uit het steegje en het was er donker, en zo smal dat je er niet langer hand in hand kon lopen. De oude huizen leunden schots en scheef tegen elkaar en ramen en deuren waren dichtgetimmerd. Niet echt een fijne plek om verstoppertje te spelen zal ik maar zeggen. Dus ja, wie had dit nou verwacht ?
“Hé, moet je daar eens kijken !” Lenkie wees in het steegje en Olivia volgde de richting van haar vinger. Onder de restanten van een afgebrokkelde muur en ander puin glansde iets. Het leek wel brons, of was het goud ?
“Huh ?” zei Olivia verwonderd. “Wat is dat nou ?”
Lenkie liet Olivia’s hand en los en rende direct het steegje in.
“Ho, wacht even !” riep Olivia. De strakke jurk was duidelijk niet voor dergelijke capriolen gemaakt. Toen ze bij de stapel puin arriveerde was Lenkie al bezig de troep weg te schuiven. Na een paar keer wrikken had ze het te pakken.
×