Samenvatting
'Ik kan mijn moeder niet uitleggen wat er in mijn hoofd omgaat, wat ik zie, proef, voel en hoor. Het is alsof we in twee treinen zitten die kortstondig naast elkaar rijden, bijna op dezelfde snelheid, waardoor je, juist door de veilige kloof, ongegeneerd naar binnen kunt staren. Je kijkt en je komt heel dichtbij, maar echt contact is onmogelijk, en dan rijdt de trein alweer door en blijf je achter met het vlakke land en het lege uitzicht.’ Noah Kremer kan geluiden proeven en ziet letters en cijfers in kleuren. Samen met zijn vriend Teun gaat hij op een ontdekkingstocht van de zintuigen om de grenzen van de perceptie te verkennen.