Samenvatting
De Leidse Hout is voor veel inwoners van Leiden en Oegstgeest een bekende plek waar ze komen wandelen, joggen, de hond uitlaten of zomaar wat luieren in het zonnetje. Het park heeft iets vanzelfsprekends, het lijkt alsof het er altijd geweest. Toch was deze plek zo’n tachtig jaar geleden een nat weiland, een onaantrekkelijk, drassig stuk land. En de Leidse binnenstad was in die tijd vol, benauwd, met veel overbevolkte stegen en relatief slechte woningen. Voor vermaak in de openlucht waren voor het gemiddelde Leidse gezin in de directe omgeving van de stad weinig mogelijkheden. Het initiatief voor de aanleg van een Leids volkspark kwam van het communistisch raadslid Johan Knuttel die de leefomstandigheden van de Leidse arbeiders wilde verbeteren. Zijn voorstel werd echter in 1919 en opnieuw in 1923 weggestemd. Het plan kreeg evenwel steeds meer steun onder de Leidse bevolking en toen in 1925 de industrieel Jo de Koster 11.500 gulden aan de Leidse bevolking schonk, te besteden aan een park, kwam er een proces op gang: er werd een fonds opgericht en ook andere Leidse industriëlen schonken forse bedragen. Uiteindelijk ging de gemeente overstag en stelde in 1928 grond beschikbaar voor een groot ‘volkspark’. Een groep arbeiders ging vervolgens in het kader van de werkverschaffing aan de slag. Dit boek bevat de geschiedenis van de aanleg van dit stadspark dat is ontworpen door K.C. van Nes.