Samenvatting
Als Balthazar zich na 65 jaar buiten zijn schuilplaats waant, en probeert weer een leven op te bouwen binnen de nu iets verruimde grenzen van zijn nieuwe bestaan, denkt hij eindelijk veilig te zijn. Iedereen die hem kende vóór hij gewond raakte, is dood, en alle verhalen zijn met hen uitgestorven, of werden heden ten dage uit de boeken gedaan als mythen; Heldenverhalen, waarvan alle geloofwaardigheid lang geleden is verloren en die in geen geval meer naar de echte waarheid te herleiden zijn. Maar zoals hij had kunnen weten, blijkt de werkelijkheid zo simpel niet. In wat een onopvallend leventje als docent had moeten worden, blijkt het verscholen houden van zijn ware Godgegeven aard lastiger dan gehoopt wanneer zijn alledaagse bestaan individuen aantrekt die de link naar zijn verleden in verschillende vormen weten op te rakelen. Al dan niet bewust, en in toenemend tempo. En hoewel zijn brein het wil tegenhouden, blijkt zijn hart lastiger te overtuigen van het feit dat zijn waarheid in veel gevallen beter begraven kan blijven. Lukt het hem zijn geschiedenis achter zich te laten, en alle gevaren die daarbij horen? Of haalt de werkelijkheid hem, en zijn gemaakte realiteit, snel in?