Samenvatting
Yvonne Kroonenberg schrijft niet alleen een handboek kanker voor mensen die borstkanker krijgen, maar ze geeft haar tips ook nog eens in makkelijke taal. Doorspekt met zelfspot en vol tips voor de buitenwereld.
‘Moet ik nou chemo?’ vroeg ik bang. ‘Ja!’ antwoordde ze. ‘Word ik dan kaal?’ ‘Ja!’ zei ze. ‘En wat nog meer?’ vroeg ik. ‘Je kunt moe worden. Je hersens werken niet goed. Het gevoel in je handen en voeten kan ook minder worden.’ Dat laatste vond ik nog erger dan kaal worden. Als je de grond onder je voeten niet goed voelt, kun je niet lopen. En als je vingers half gevoelloos zijn, laat je alles uit je handen vallen. Ik zag mezelf voor me. Een vrouw met bevende handen, achter een rollator, met een dweiltje. Yvonne had weer een bord spaghetti laten vallen. Yvonne Kroonenberg is 68 jaar als ontdekt wordt dat ze borstkanker heeft. Dit boek gaat over wat er daarna gebeurt. Van de fietstochtjes naar het ziekenhuis, tot de gesprekken met artsen. Van patiënt zijn, tot je weer beter voelen. Over hoop en wanhoop. Over grote keuzes en kleine gelukjes. Wat kun je verwachten als je borstkanker hebt? Hoe is het om opeens in de wereld van de zieken te wonen? Wat zeg je tegen iemand met borstkanker? En wat juist niet? Dat lees je in dit boek, geschreven in eenvoudige taal.