Samenvatting
Binnen de kindergeneeskunde vormen de (hetero)anamnese en het lichamelijk onderzoek de belangrijkste diagnostische instrumenten. Toch is in een aantal gevallen aanvullend laboratoriumonderzoek noodzakelijk. Juist bij kinderen is dit type onderzoek lastig. Referentiewaarden veranderen namelijk niet zelden per ontwikkelingsfase, het formaat van het kind beperkt het af te nemen volume en het afnemen van materiaal is voor het kind vervelend. Daarom moet altijd goed worden afgewogen of laboratoriumonderzoek zinvol is en welk materiaal noodzakelijk is. Dit boek is bedoeld als praktische handleiding om de arts hierbij te helpen.
Laboratoriumdiagnostiek bij kinderen biedt een handzaam overzicht van de voor de kindergeneeskunde relevante tests en is opgebouwd uit drie delen. Het eerste boekdeel bevat de klinisch chemische bepalingen, terwijl in het tweede deel de micro-organismen die ziekte kunnen veroorzaken aan bod komen. Het derde boekdeel bevat een uitleg van achtergronden waarmee de beoogde gebruikers van dit boek regelmatig in aanraking komen: biochemische processen, afgeleiden van biochemische bepalingen en microbiologie.
Bij de samenstelling van dit boek is meer gestreefd naar praktische bruikbaarheid dan naar volledigheid. Iedere bepaling is volgens een vaste indeling beschreven waarbij naast de referentiewaarden ook de achtergronden, de interferenties en de diagnostische informatie aan bod komen.
Het multidisciplinaire auteursteam van Laboratoriumdiagnostiek bij kinderen bestaat uit ervaren kinderartsen, klinisch chemici en microbiologen. Zij zijn er in geslaagd om een boek samen te stellen dat een aanrader is voor alle medische professionals die te maken hebben met laboratoriumdiagnostiek bij kinderen.