Fragment
Het huis was groot. Een wat oudere, kleine Italiaanse vrouw stond voor de deur te wachten. Ze had kort donker haar waar enkele grijze plukjes doorheen zaten en haar bruine ogen straalden vriendelijkheid uit.
Ik sjorde onhandig met mijn koffer, het linker wieltje bleef om de zoveel meter in het grind vastzitten.
De Italiaanse vrouw glimlachte naar ons en overhandigde mij de sleutel. Daarna vertelde ze in het Engels, weliswaar met een zwaar accent, dat het huis in de negentiende eeuw gebouwd was. Met trots liet ze weten dat er nog wat moderne snufjes aan toegevoegd waren. Ze zei dat we haar altijd mochten bellen als er iets was. Ze gaf me een goed gevoel over het huis. Op mijn beste Italiaans zei ik: ‘grazie.’ Ze knikte zakelijk naar me en liep toen weg.
×