Fragment
14 juli 1959, Medemblik.
Hobbelend in de bus was Willy met haar buurmeisje en beste vriendin Anna onderweg naar Medemblik. Ze waren net Twisk voorbij en ze waren er dus al bijna. Het was bescheiden zomer-weer. Veel bewolking, maar de twintig graden werd net gehaald. Anna ging op bezoek bij haar tante Geertruida, maar eerst gingen ze gezellig nog even de stad in. Een beetje winkelen, misschien ergens gezellig zitten, waar ze hun meegebrachte boterhammen konden opeten. Dezer dagen was het in Medemblik een drukte van belang want van 13 tot 18 juli stond de stad in het teken van de watersport. De koninklijke marine had een internationaal roei- en zeiltoernooi georganiseerd, waaraan onder meer de marine van België, Griekenland, Noorwegen en Italië deelnamen. De stad had deze gelegenheid aangegrepen om een uitgebreid programma samen te stellen met verschillende evenementen. Zo werden er in de avonduren gymnastiekdemonstraties gehouden en werd er gevoetbald tegen het marine B-team. De marine-kapel was gevraagd om een concert te geven en op de zaterdagmiddag waren in de Westerhaven waterskidemonstraties gegeven. Niemand minder dan nationaal kampioen slalom Wim de Vreng was gevraagd om hier zijn medewerking aan te verlenen. In het stadhuis was een expositie samengesteld met schilderijen van Nederlandse zeeschilders. Medemblik was uitbundig versierd met vlaggetjes en bloemen en ’s avonds kon men genieten van feeërieke verlichting langs de kades. Maar voor Willy was er één belangrijkere reden. Harrie had geschreven dat hij met -zoals hij het vaak omschreef- ‘het bootje’ in Medemblik lag en dat bood hen een uitgelezen kans om elkaar tijdens zijn verlof te ontmoeten.
×