Fragment
Jane stond op scherp en juist toen zij naar voren wilde stappen, trad als uit het niets een man naar voren, die ze herkende als…
Ze woonde nog maar net op haar nieuwe stekkie toen ze in de supermercado werd aangesproken door een keurig geklede dame, die de vrouw van de notaris bleek te zijn. En die, zoals ook uit haar bewoordingen bleek, zeer goed ‘geïnformeerd’ was over het wel en wee van vele eilanders. Zij wist te vertellen dat Jane maar beter afstand kon bewaren van haar buurman, een zonderlinge man die geen aansluiting had bij de lokale bevolking. Hij bestelde altijd zijn boodschappen via een briefje en liet ze dan klaarzetten om ze vervolgens stilzwijgend op te halen. Niemand wist of hij überhaupt wel kón praten, die man zonder naam. Meer kon de vrouw van de notaris niet over hem vertellen, want dan zou ze het beroepsgeheim van haar man schenden. Dat moest Jane toch wel begrijpen en respecteren…
Het applaus verstilde. Iedereen keek gespannen en met gemengde gevoelens naar de oude man die nu naar voren schuifelde. De minachting over deze zwijgzame naamloze zonderling leek plotseling om te slaan in koninklijk ontzag en respect. Wat ging hij doen? Zou hij dan toch kunnen praten? De stilte was hoorbaar, de spanning was te snijden. Zelfs burgemeester Del Golfo greep niet in en keek als aan de grond genageld toe naar wat er nu ging gebeuren.
De man pakte de microfoon en schraapte zijn keel: ‘Geachte aanwezigen, beste eilanders. Ik ben een geboren Única, maar u weet alleen dat ik hier ben komen wonen in het huis van uw vroegere huisarts en een van uw voormalige burgemeesters de heer en mevrouw De Laguna. Maar u moet meer over mij weten om te begrijpen wat ik u te zeggen heb. Mijn naam is José Libertad.’ Er ging een huivering door het publiek. Mensen keerden zich naar elkaar toe en mompelden wat. Jane snapte niet wat er aan de hand was en keek enigszins hulpeloos om zich heen. José Libertad? Zijn naam zei haar niets, maar ze herkende hem nu wel.
×