Samenvatting
Wereldwijde politieke, economische en maatschappelijke verschuivingen zorgden na 1989 ook voor ingrijpende veranderingen op cultureel gebied. Kunstenaars staken steeds vaker grenzen over, naar andere landen en tussen disciplines. Ook het veld van de kunstkritiek werd breder, gevarieerder en diffuser.
Kunstkritiek in een tijd van vervagende grenzen presenteert een dertigtal prikkelende artikelen van toonaangevende schrijvers over kunst als Jeroen Boomgaard, Max Bruinsma, Hans den Hartog Jager, Sven Lütticken, Domeniek Ruyters, Sandra Smallenburg, Anna Tilroe, Janneke Wesseling en Camiel van Winkel. Ze laten zien dat de kunstkritiek nog altijd springlevend is en geven inzicht in het debat dat in de jaren 1989-2015 is gevoerd over engagement in de beeldende kunst, grensvervaging tussen kunst en design en de greep van het grote geld in de kunstwereld.
Annemarie Kok studeerde kunstgeschiedenis in Utrecht, Amsterdam en Berlijn en doceerde moderne en hedendaagse kunst aan de Universiteit Utrecht, de Willem de Kooning Academie in Rotterdam en de Rijksuniversiteit Groningen. Zij werkt aan een proefschrift over participatiekunst in de jaren zestig van de twintigste eeuw.