Fragment
‘Hoi Kroontje Kik! Hoi Kroontje!’
zei Wandelende Theetak. ‘Waar kom
jij vandaan? Wat een regen hè. Wat een regen! Druppels zo groot als appels! Zo groot als appels! Kan ik je misschien een kopje thee aanbieden Kroontje? Een kopje thee? Want je ziet een beetje pips.’
‘Graag Theetak...’ antwoordde Kroontje Kik.
Hij nam plaats tegenover Wandelende Theetak op het groene lelieblad en slaakte een diepe zucht.
Wandelende Theetak was ondertussen al druk bezig met het hete water voor de thee. Behendig goot hij vanaf een flinke afstand en met precisie het hete water in de kopjes, die hij in afwachting van zijn theegasten al netjes op een rijtje klaar had staan. Voorzichtig liet hij zijn theezakje in een van de kopjes heet water bungelen. En er ontstond een heerlijk bloemig geurende stoom die de hele vijver bedwelmde.
‘Kroontje, vandaag serveer ik je kamillethee,’ zei Wandelende Theetak. ‘Gezien je zo pips zag daarstraks. Kamillethee werkt namelijk magisch en kalmeert je zeker en vast. En wist je Kroontje, dat kamillethee zó magisch is, dat als je jezelf hebt bezeerd het ook wonden helpt helen.’
‘Wonden helpt helen,’ mompelde Kroontje Kik hem nog eens na. ‘Maar dat is het! Sorry Wandelende Theetak maar ik moet NU echt weg!’
Kroontje Kik griste het kopje thee dat voor hem stond van het groene lelieblad en sprong er vlug vandoor.
‘Hé, vanwaar nou die haast?’ riep Wandelende Theetak hem nog na.
Maar Kroontje Kik was alweer diep in het bos verdwenen.
×