Samenvatting
In “Kroniek van een verzonnen” leven, geschreven door Charles Ducal (Leuven, 1952), komt in een van godsdienst en plichtsgevoel doordrenkt milieu op het Vlaamse platteland een zesjarige jongen thuis met zijn eerste rapport: honderd op honderd. Die prestatie wordt de drijfveer van zijn leven: de beste zijn, altijd en overal. Maar een andere ervaring is minstens zo bepalend voor zijn verdere leven: hij is getuige van een verkrachting die eindigt in doodslag. Het daardoor ontstane trauma tekent hem voorgoed in zijn omgang met de vrouw en zijn worsteling met seksualiteit. Lichamelijkheid en seks zijn van een verboden, lagere orde. Pas als ouder wordende man komt hij via een aantal confronterende situaties en ontmoetingen in het reine met zichzelf. Deze roman schetst via een ragfijn netwerk van draden tussen de wereld van het kind en die van de oude man een mensenleven van de vroege jeugd tot de dood.