Samenvatting
De Britse auteur Christopher Isherwood (1904-1986) woonde en leefde vanaf 1929 tot aan de machtsovername door Hitler in Berlijn. Deze periode van zijn leven verwerkte hij in twee romans: 'Afscheid van Berlijn' (1939) en 'Meneer Norris neemt de trein' (1935). 'Meneer Norris neemt de trein' leest als een schelmenroman tegen de achtergrond van de roerige nadagen van de Duitse Weimarrepubliek. De verteller, William Bradshaw, ontmoet in de trein van Amsterdam naar Berlijn de mysterieuze Arthur Norris. Het is het begin van een vriendschap die zich zowel voor de lezer als voor de verteller laat lezen als een zoektocht naar de ware aard van meneer Norris. Vanaf dat moment raakt Bradshaw verwikkeld in een reeks ongewone gebeurtenissen, waarin meneer Norris steeds de hand lijkt te hebben. Via Norris komt hij in contact met zulke uiteenlopende figuren als een Berlijnse communistenleider, een homoseksuele baron en niet te vergeten het hoertje Anni-met-het-zweepje. Het Berlijn van 1933, de opmaat naar de machtsovername door de nazi’s, de weke schurk meneer Norris, zijn smoezelige zaakjes en zijn merkwaardige kennissenkring, het voortdurend wisselen tussen bondgenoten en politieke partijen, krijgen in levendige details gestalte. Pas tegen het einde, als meneer Norris voor de laatste keer de trein neemt, vallen de puzzelstukjes in elkaar. ‘In 'Meneer Norris neemt de trein' was Isherwoods meest geslaagde personage op het toneel verschenen: zonder ophef en zonder merkbare inspanning had Isherwood... Isherwood gecreëerd.’ - Gore Vidal ‘Als je verhalen als deze leest, verbaast het je niet dat Hitler aan de macht is gekomen, maar wel dat het niet een paar jaar eerder al gebeurde.’ - George Orwell