Samenvatting
In 1900, enkele maanden voor zijn dood, publiceerde Vladimir Solovjov zijn laatste boek ‘Drie gesprekken’. Hierin toont hij zich een overtuigd tegenstander van Lev Tolstoj, die meende dat men zich niet tegen het boze hoefde te verzetten, daar dit slechts de afwezigheid van het goede zou zijn. Solovjov ziet het boze daarentegen als een reële, gevaarlijke kracht, die mens en mensheid bedreigt en waakzaamheid en weerstand dient op te roepen. Voor de zeer nabije toekomst voorzag Solovjov de historische verschijning van deze kracht in de persoon van de Antichrist. In de ‘Korte vertelling van de Antichrist’ waarmee de ‘Drie gesprekken’ besluiten, is de verschijning, verheerlijking én ondergang van deze ‘mens van de toekomst’ door Solovjov op aanschouwelijke wijze beschreven. Hoewel overduidelijk een product van de menselijke fantasie bevat zijn vertelling volgens Solovjov onmiskenbaar een kern van waarheid, die zowel op de Bijbel en de kerkelijke overlevering als op bepaalde historische ontwikkelingen berust. De tragische geschiedenis van de twintigste eeuw heeft wat dit betreft Solovjovs gelijk laten zien. Ook in de zojuist aangebroken nieuwe eeuw blijkt de ‘Korte vertelling van de Antichrist’ nog altijd uiterst actueel te zijn. Bedoeld als waarschuwing voor bepaalde, zijns inziens noodzakelijkerwijs optredende gebeurtenissen wil Solovjovs vertelling geen moedeloze resignatie of vlucht in allerlei afleiding bewerkstelligen, maar de mens oproepen tot actieve medewerking aan de komst van het lichtrijk, waar de verhaalde gebeurtenissen de voorbode van zijn. Aldus is de ‘Korte vertelling van de Antichrist’ ondanks de schijn van het tegendeel een buitengewoon hoopvol boek. Volledig herziene en geactualiseerde uitgave. Met toelichtende noten, alsmede enkele opstellen, brieven en gedichten van Solovjov over het vraagstuk van het boze.