Samenvatting
Anowara Neu heeft een probleemloze zwangerschap tot en met de vijfde maand. Dan krijgt ze hevige pijn in haar buik en onderrug die steeds sterker wordt en steeds langer aanhoudt. In het ziekenhuis wordt het HELLP-syndroom geconstateerd, een ernstige vorm van zwangerschapsvergiftiging. Zowel Anowara's leven als dat van haar kindje hangt aan een zijden draadje. De doktoren besluiten haar medicijnen te geven waardoor zij beter wordt, maar waardoor haar kindje zal overlijden. Tot ieders verbazing en blijdschap blijkt Isabelle, na een zwangerschap van 25 weken, echter toch levend geboren te worden. Ze is heel klein en breekbaar, ze past in de palm van haar vaders hand en haar voetje is zo klein als het vingerkootje van haar moeders pink. Ze is bedekt met plakkertjes en infuusjes en kan nog bijna niks zelfstandig. Ze blijft maandenlang in het ziekenhuis en krijgt al vechtend langzamerhand grammetje voor grammetje erbij. "Groei meisje, groei, we willen je thuis hebben," moedigt haar moeder haar aan.
Na vierenhalve maand mag Isabelle naar huis, maar de zorgen blijven. Haar ouders tellen de dagen, de grammen, de millimeters melk, de procenten zuurstof. Ze houden echter moed, want Isabelle groeit gestaag, zowel geestelijk als lichamelijk. Na anderhalf jaar, als niemand het meer verwacht, gaat ze plotseling snel achteruit en overlijdt aan de gevolgen van haar vroeggeboorte.
Anowara Neu geeft met haar openhartige en gevoelige beschrijving woorden aan haar verdriet. Zij beschrijft deze enerverende periode in haar leven met warmte en liefde, zonder haar angst en wanhoop te verbloemen. Het is een bijzonder verhaal, dat lotgenoten die (deels) in dezelfde situatie hebben verkeerd, tot troost en steun kan zijn.