Samenvatting
Anatomie en embryologie nemen een centrale plaats in binnen het curriculum geneeskunde. Om inzicht te krijgen in afwijkingen en ziekten van het lichaam is kennis van anatomie en embryologie onmisbaar. Klinische anatomie en embryologie onderscheidt zich door de ruime aandacht voor toepassing van de anatomie, inclusief de neuroanatomie, in de kliniek en door het veelvuldig gebruik van beeldvormende technieken zoals computertomografie (CT) en nucleaire magnetische resonantie (MRI). De ontwikkelingen op het terrein van de embryologie die uitgebreid in het boek aan de orde komen, geven de lezer meer inzicht in de anatomie en de pathologie.
De vierde, herziene druk van Klinische anatomie en embryologie is ingrijpend gewijzigd. Verschillende nieuwe medewerkers werden aangetrokken om een aantal hoofdstukken te herzien. De oorspronkelijke hoofdstukken 1 (Inleiding tot de anatomie) en 2 (De orgaanstelsels van het lichaam) zijn tot één, kleiner hoofdstuk 1 (Algemene anatomie) omgewerkt. Ook het hoofdstuk Algemene embryologie (nu hoofdstuk 2) is ingrijpend gewijzigd. De speciële hoofdstukken 3 tot en met 10 zijn in grote lijnen gehandhaafd. Een belangrijke verbetering in de vierde druk is de toepassing van kleur, niet alleen in foto's, maar ook in de embryologie en de topografische anatomie. De spiertabellen zijn verder uitgewerkt en voorzien van nieuwe illustraties.
Klinische anatomie en embryologie is een compleet studieboek voor studenten geneeskunde, tandheelkunde, biomedische wetenschappen, gezondheidswetenschappen en fysiotherapie. Het sluit uitstekend aan bij de nationale ontwikkelingen in het onderwijs. Ook is het geschikt als naslagwerk voor de praktiserende arts.
De redactie bestaat uit dr. Hans J. ten Donkelaar, arts-neuroanatoom, tot voor kort verbonden aan het Radboudumc, en prof.dr. Roelof-Jan Oostra, arts-anatoom aan het AMC van de UvA.