Samenvatting
Speloefeningen en spelvormen zijn verdeeld over verschillende leeftijden. Er wordt gespeeld op basis van verhalen en personages uit de literatuur: sprookjes van Andersen, dokter Dolittle die met dieren praat, Don Quichot die een ridder wil zijn, en beroemde personen uit de geschiedenis of actualiteit. De spelopdrachten sluiten aan bij leerplankader en competenties op het gebied van drama, zoals beschreven voor het primair onderwijs. Ze zijn gericht op leren toneelspelen. Er worden doelen gesteld aan de ontwikkeling van spelvaardigheid. Daarnaast wordt vakoverstijgend gewerkt. Taal wordt vloeibaar en teruggebracht tot emoties en beelden, en omgekeerd: emoties en beelden krijgen vaste vorm in taal. De spelelementen, 'wie', 'wat', 'waar', 'wanneer' en 'waarom', sluiten aan bij taalmethodes. Er is ook aandacht voor bewegingsonderwijs. Expressie in beweging en afstemming van beweging op elkaar worden onderzocht. Reflectie en oriëntatie op jezelf en de wereld komen om de hoek kijken door het samenspel met anderen en de wisselende thema's die aan bod komen. Auteur Bert op 't Ende werkte als docent theater en acteur en verwerkte jarenlange ervaring met theaterlessen in dit boek.