Samenvatting
Deze bundel van 153 columns, voornamelijk verschenen in De Streekkrant, is de vrucht van bijna veertig jaar struinen door de Kempen: als lokaal krantencorrespondent, als sportliefhebber, wielertoerist, jogger, levensgenieter en stille observator. We nemen je mee naar kermissen, voetbalvelden, parochiezalen, volkskroegen, de kerk, het begijnhof en het rendez-vouscafé, van Herentals tot Geel en van ‘Huirtuit’ tot Lier. We belichten plaatselijke legenden, eren volkse iconen, lachen mee met toogzwanzers en doorprikken de moderne, altijd ‘druk-druk-drukke’ mens en zijn turbotaaltje, zijn step en zijn smartphone. De verzamelde columns bieden een tijdsbeeld dat doorgaans tussen de plooien van de lokale berichtgeving en geschiedschrijving valt, gekruid met karakterschetsen, situatiehumor, veel sfeer en petite histoire. En altijd met de voeten stevig in het Kempense zand. 'Babbelen, verbroederen en ontdooien doen wij pas met een glas in de hand en een braadworst erachteraan, terwijl de ketchup op onze schoenen of anorakken druppelt. Dat is de pose waarbij we ons het meest op ons gemak voelen. Met we-drinken-er-nog-rap-eentje zeggen we in ons wat gevoelsarm vocabulaire dat we het plezant vinden en elkaars gezelschap op prijs stellen. Bier en mayonaise als de smeerolie van onze maatschappij.'