Samenvatting
Bibliotheken zijn vol geschreven over de grote Europese dictators van de twintigste eeuw: de fascist Benito Mussolini, de communist Jozef Stalin en de nationaalsocialist Adolf Hitler. Tot op de dag van vandaag wordt Europa geconfronteerd met de gevolgen van de wandaden die deze alleenheersers hebben begaan uit naam van hun heilsleer. Dat zij daardoor veel aandacht hebben gekregen in de moderne Europese geschiedschrijving is begrijpelijk. Toch waren zij niet de enigen die in Europa hun dictatuur wisten te vestigen in de periode tussen de twee wereldoorlogen die in de vorige eeuw op Europese bodem werden uitgevochten. Behalve in Noord- en West-Europa ontstonden in de loop van het Interbellum op het hele continent autoritaire regimes en regelrechte dictaturen van diverse pluimage. De politici, legerleiders en vorsten die in deze regimes een centrale rol speelden, bleven in vergelijking tot de drie grote potentaten tamelijk onderbelicht in de Europese geschiedschrijving, zeker in het Nederlandse taalgebied. Dit boek bevat de biografieën van autoritaire leiders in Litouwen, Letland, Estland, Polen, Tsjecho-Slowakije, Oostenrijk, Hongarije, Roemenië, Joegoslavië, Albanië, Griekenland, Bulgarije, Turkije, Spanje en Portugal. Onder redactie van historicus Jacques Neeven laten specialisten uit diverse academische disciplines de lezer kennis maken met deze kleine Europese potentaten, met hun levens, hun drijfveren en de gevolgen van hun bewind voor het land dat zij regeerden, soms tegen wil en dank.