Samenvatting
Veel mensen vinden de Nederlandse keuken vooral karig: pannenkoeken, boekweitpap, stamppot - veel verder dan dat komen we niet. Ook zijn onze eetgewoonten geen voorbeeld voor de hele wereld. Toch bestaat de Nederlandse keuken uit veel meer dan alleen aardappels, groenten en vlees. De Kleine geschiedenis van de Nederlandse keuken laat zien hoe onze culinaire traditie door de eeuwen heen tot stand is gekomen. De Romeinse bezetting liet hier (schaarse) sporen na. De Arabieren leverden onder andere spinazie, bloemkool, specerijen, suiker en citrusfruit, en dankzij de ontdekking van Amerika in 1492 eten we sperziebonen, tomaten, aardappels en quinoa. Deze ontwikkelingen zorgden voor een heel rijke gastronomische Nederlandse traditie en hebben bepaald hoe we tegenwoordig koken en eten. Dit rijk geïllustreerde werk, dat bovendien meer dan honderd historische recepten bevat, geeft bovendien een kijkje in de keuken van de geschiedenis van Nederland. Met recepten voor o.a. appelstruifjes, krentensop en potpastey Jacques Meerman vertaalde talloze kookboeken uit diverse talen, onder meer van Claudia Roden, Harold McGee, en Giorgio Locatelli, maar ook de Larousse gastronomique en boeken van Slow Food. Hij woonde tientallen jaren in Spanje en raakte daar gefascineerd door de Nederlandse keuken, die van buitenaf bekeken heel exotisch blijkt.