Samenvatting
‘Toen ik haar zag zitten achter het smeedijzeren hekwerk tussen café en biljartzaal, kon ik haar gelaatstrekken niet meteen goed onderscheiden. Buiten schijnt de zon altijd zo fel dat je bij binnenkomst in het Rosal geen hand voor ogen ziet.
Haar rieten tas vormde een lichtvlek. Net als haar blote armen. Haar gezicht tekende zich in het donker af. Waarschijnlijk was ze niet ouder dan twintig. Ze schonk geen aandacht aan me.’
Jean Moreno, alias Jimmy Sarano, is een schrijver in ballingschap ‘ergens in de buurt van Tétouan, Gibraltar of Algeciras’. De Franse expat schrijft een feuilleton voor de radio. In de door hitte verpletterde stad, die soms wel verlaten lijkt, ontmoet hij ene Marie in een café. Deze ongrijpbare jonge vrouw roept een herinnering in hem op: is zij het kind dat hij ooit in Parijs kende? Is ze de dochter van Rose-Marie? Het geheugen van de schrijver voert hem mee naar lang vervlogen tijden, al zijn die voor hem nooit echt voorbij.