Samenvatting
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden in Nederland tussen de 13.000 en 15.000 kinderen van Duitse militairen geboren. Het leven van deze kinderen stond
en staat ook nu nog in het teken van een oorlog die ze nauwelijks hebben meegemaakt. Hun jeugd kenmerkte zich door pesterijen en afwijzing. Dat zij 'verboden' kinderen waren waar niemand op zat te wachten, ontdekten ze vaak pas vele jaren later. Het taboe op de afstamming zorgde naast stigmatisering en stilzwijgen voor een moeizame relatie met hun moeder en dikwijls vergeefse zoektochten naar een onbekende Duitse vader. Veel kinderen weten nu nog steeds niet dat hun vader een Duitse militair was. Over hen die het wel weten gaat dit boek.
Een vervolg op Wie geschoren wordt moet stil zitten (2006) van historica Monika Diederichs, waarin de moeders van deze kinderen de hoofdrol speelden.