Samenvatting
Stalingrad, kerst 1942. Geplaagd door snerpende kou en het zenuwslopende geluid van mortierinslagen zongen Duitse soldaten kerstliederen. Ze aten hun schamele rantsoenen, verlangend naar gedekte kersttafels en ovengebraad. Op Guadalcanal in de Stille Oceaan aten Amerikaanse mariniers diezelfde kerst ingevlogen kalkoen, als ze respijt hadden van de bloedige strijd tegen fanatieke Japanners. Onder een heldere sterrenhemel pinkten ze tijdens de mis een traantje weg, denkend aan hun familie thuis. Ook in schuttersputjes in de Ardennen en aan boord van marineschepen werd kerst gevierd, hoe erbarmelijk de omstandigheden ook waren. Datzelfde gold voor het thuisfront, waar vieringen noodgedwongen plaatsvonden in Berlijnse schuilkelders of Londense metrostations. Krijgsgevangenen keken uit naar kerstpakketten van thuis. Zelfs in naziconcentratiekampen putten gevangenen hoop uit het kerstfeest, al ging hun lijden onverbiddelijk door. "Kerstmis onder vuur" vertelt over de omstandigheden waaronder tijdens de Tweede Wereldoorlog kerst werd gevierd, door militairen, burgers en kampgevangenen. Te midden van het oorlogsgeweld bleef Kerstmis een hoopvol baken van westerse beschaving.