€ 17,95

ePUB ebook

niet beschikbaar

PDF ebook

niet beschikbaar

Kerkelijke zaken en goederen betreffende de classis van Tiel 1564-1850

Serie Classicale Transcripties deel 17

Dr. P.D. Spies • Boek • paperback

  • Samenvatting
    Dit zeventiende deel van de Serie Classicale Transcripties bevat een groot aantal losse stukken die betrekking hebben op de kerkelijke zaken in de jaren 1564-1850 en van de geestelijke goederen van 1580-1775, die van belang waren voor de classis van Tiel. De transcriptie wordt kort ingeleid en de getranscribeerde tekst is voorzien van verduidelijkende voetnoten. Dit boek bevat een grote verscheidenheid aan informatie en is voorzien van een uitgebreide inhoudsopgave. Het is derhalve een bijzondere bron van informatie voor een ieder die zich wil verdiepen in de kerkgeschiedenis van de Nederbetuwe.
    De inhoud van dit boek geeft aan de diversiteit en de veelheid aan kerkelijke zaken en de voortdurende problemen rond de geestelijke goederen. Anderzijds ook de grote invloed van de politieke overheden op de gereformeerde kerk en haar dienaren. Deze wisselwerking heeft in de loop der eeuwen ervoor gezorgd dat de gereformeerde kerk zich kon ontwikkelen in een behoorlijke onafhankelijkheid. Op het gebied van de gereformeerde leer hadden de overheden weinig inbreng. De politieke overheden waren er voornamelijk voor de regulering van de algemene kerkelijke zaken, zowel materieel als financieel, waarbij de ordening van de geestelijke goederen en de verdeling daarvan altijd ter discussie is gebleven.

    Dr. Peter Dirk Spies (Amersfoort, 1955) is op 22 november 2017 aan de Theologische Universiteit van de Christelijke Gereformeerde Kerken te Apeldoorn gepromoveerd tot doctor in de godgeleerdheid op de studie: De classis van Tiel 1579-1816. De gereformeerde kerk in de Nederbetuwe in het spanningsveld van politieke machten en maatschappelijke veranderingen. Tijdens het vooronderzoek heeft hij veel originele documenten betreffende classicale, kerkelijke en synodale zaken rakende de Nederbetuwe onderzocht en getranscribeerd, welke door deze uitgave aan andere onderzoekers en belanghebbenden beschikbaar worden gesteld. Hierdoor worden ook aanknopingspunten en aanwijzingen gegeven voor nader onderzoek.
  • Productinformatie
    Binding : Paperback
    Distributievorm : Boek (print, druk)
    Formaat : 170mm x 240mm
    Aantal pagina's : 256
    Uitgeverij : Dr. P.D. Spies, druk Pumbo
    ISBN : 9789463452847
    Datum publicatie : 02-2018
  • Inhoudsopgave
    Inleiding.

    Inhoudsopgave:
    a. Kerkelijke zaken.
    b. Geestelijke goederen.

    Transcriptie.

    Naamregister.
    Zaakregister.
  • Reviews (0 uit 0 reviews)
    Wil je meer weten over hoe reviews worden verzameld? Lees onze uitleg hier.

€ 17,95

niet beschikbaar

niet beschikbaar



3-4 werkdagen
Veilig betalen Logo
14 dagen bedenktermijn
Delen 

Fragment

Brief van ambtman Claes Vijgh aan het Hof van Gelre en Zutphen van 29 november 1565 over het (niet) aanpakken van ketters:

Dem gestrenghen, hoechgeleerden, weerdighen, edelen, erentfesten ende vroemen Conincklicke Majesteijt thoe Hispaniën etc., onsers allergenedighste heren, Cantzler uind Raeden in Gelderlant verordent, mijnen gebiedunden herenn.

Mijnen gantzwilligen onverdroeten dienst naest erbiedonghe alles mijns geringhen vermogens steltz voer aen bereith, gestrenge, hoechgeleerde, weerdighe, edele, erentfeste ende froeme, gebiedunder heren Cantzler und hoechwijse Raeden.
U weerdighe, edele ende lieve brieff gedatiert den XVen itziger maentz novembris aen mij gesonden, des inhaltz onder anderen alsdat u weerdighe, edele ende lieve mij mennichfoldelicken geschreven ende vermaent van enen schoemaecker tot Lijnden woinachtich Joest genoempt, diewelcke eenige heijmelicken conventiculen ader vergaderinghe van dwalende ende kettersche personen onderhaldende off hantierende, ende dat ick alsulcke schriven ende vermanen nijt gedaen noch uutgericht en hedde, widers inhalt u weerdighe, edele ende lieve brieff etc.
Und dewijll dan gebiedende, gunstighe heren ick u weerdighe, edele ende lieve hierbevorens van desen selffsten Joest gutelick geschreven, oeck bericht gedaen, alsdat mijn geringhe verstant mij Godt Almechtich gegeven toe cleine is mij deser dingen geschefftenisse ende sunst ander diergelijcke zaecken t' onderwijnden, wider inhalt desselvighen brieffs u weerdighe, edele ende lieve toegeschickt.
Averst ende des niet to weiniger heb ick ten meermalen mijt die ritterschappen van Nederbetouwen tot Kesteren op verscheiden richtdaghen desenthalven gecommuniciert, oeck dieselvighe in allen goden mijt hoechsten vlijt aengegeven van obgenoempten Joest schoemaker ende meer anderen, soe mij vanwegen Conincklicke Majesteijt thoe Hispaniën etc., onsers allergenedighsten heren, genesweghs en stonde toe dulden ader toe lijden sunst ennige sectarissen und dat oer lieven allenthalven een mede insien wolden hebben und draghen in tijtz, middell ende raet te suijcken waerdurch geboirlicke straeff geschiën mochte, alle vorder verloep und sunst andere beswernisse voer te koemen und dat men dieselffste persoenen den Ampte uutbannen mochten, sonder diezelvighe in den Ampte to lieden, meth voell andere verscheidenen redenen onnodich te verhaelen.
Waerop mij van die ridderschap ter antwordt bejeghent, zij geen ordellwijsers en weren der geloeve off dier zielen, met meer anderen verscheidenen redenen. Waerom ende alsoe mij die zaeck alleen te straffen nijet en staet sonder toestandt des gerichtz ende alsdan dieselvighe ten rechten te stellen.
Oeck is denselffsten Joest waell in thien daegh in den Ampt noch tot Lijnden niet gesien, soe ick aenstont u weerdighe, edele ende lieve brieff ontfangen had daernae laeten sijen ende als hij geapprehendiert weer, musten hem voer die nabueren ofte huijsluijden tot Lijnden ten rechten stellen und die Drost van der Lehede vanwegen des Graeve van Culenborch most obgenoempte Joest met laten apprehendieren und ick dem scholt bij zijnen eede bevelen, off hij te Lijnden queem mij aenstont te verwittigen.
Oeck gebiedunde heren, soe u weerdighe, edele ende lieve in die oevergesante beliedunghe van enen Aelbert van Hattem, diewelcke op zijn kamer daer diverse disputatiën geschiet sulden zijn, und denselvighen idt merendeell der ritterschappen aen den Rijnkant tot Mauwerick ende Rieswick bewant wesende. Und off dan sommighe van mij geapprehendiert worden und die ritterschappen alsdan well uutfluchten sochten ende solde dieselffste moeten laten verburghen ende mochte alsdan voell meer swaricheit fallen dan alsnoch geschiet zije. Off dat die geapprehendierde ghene borgen en wolden stellen und ick gheen recht en halde dan van XIIII daghen tot XIIII daghen, ende off sij die gefenckenisse alsdan waell gedaen weer. Is mij onbewoist dan Godt Almechtich die alle saecken fuegen will nae Zijn Gottelicke mogentheit.
Ind solde u weerdighe, edele ende lieve all eer antwordt geschreven hebben, dan ick meijnden die ritterschappen noch ijrst te bekoemen ende u weerdighe, edele ende lieve brieff noch eens voer te halden. Dan ick hebbe mit etzlick van die ritterschap gesproken, die buiten voerweten ende consent des gerichts ende andere van den ritterschap hoer dese zaecke nijt en wolden onderwijnden.
Und dewijell ick deser ende anderen saecken onverfaeren und onverstendich sije, oeck overmitz mijn lieffs swackheit mij onmogelick dat Ampt langer te bedienen. Waerom ick ten meermaelen mijt hoechsten vlijt aengehalden ende noch bidde, men mij mijn geleende gelt wederom geve, datselve staet mij t' allen thiden (mijnen geringhen vermogen nahe) hijnweder te verschulden. Omb u weerdighe, edele ende lieve dien Godt Almechtich langh welfarent in goden regument gefriste.
Datum Tiell den XXIXen novembris anno XVC LXV.
U weerdighe, edele, lieve ende gonsten gantzwilliger,
Heer Claes Vijgh, ritter und amptman in Nederbetouwen.
Vijgh. ×
SERVICE
Contact
 
Vragen