Samenvatting
Voor zijn rijke oeuvre ontving Rudyard Kipling in 1907 de Nobelprijs voor Literatuur, maar al 1892 verscheen zijn eerste werk, de Barrack-Room Ballads, een serie van 20 korte en enkele langere gedichten over het soldatenleven in het machtige Britse Wereldrijk van die tijd. Kipling kruipt telkens in de huid van andere militair, en geeft die het woord, vaak vol emotie, over wat hij meemaakt op het slagveld, tijdens de conflicten in India, Birma en Zuid-Afrika, maar ook tijdens het leven in de kazerne thuis. In plaats van een lyrisch dichter die zich bezighoudt met zijn eigen gedachten is hij dus eigenlijk een toneelschrijver die personages schept en laat spreken, vaak in volkstaal, en laat handelen. Slechts een enkele keer kun je vermoeden dat hij ook, verhuld, zijn eigen emoties weergeeft. Elk gedicht heeft bovendien een unieke indeling, met een variatie in regellengtes die strikt vastgehouden wordt. Dit geldt ook voor het rijmschema (soms met binnenrijm in een regel), dat ook voor elk gedicht uniek is.