Fragment
Spin werd de volgende dag wakker. Hij had heel lekker geslapen. In zijn mooie bruine koffer. Naast het bed van Kathy. Gaan we weer naar het kasteel Kathy? Met de pratende lift? En naar Opa en Oma Tovenaar?
Ja leuk, zei Kathy. Kom op, we gaan! Nee, zei Spin. Ik wil wat geven aan Opa en Oma. Een mooie tekening. Wat een goed idee, zei Kathy. We gaan eerst tekenen.
De tekening van Kathy en Spin is klaar. Spin pakte zijn koffer. Hij legde daar de tekening in. Kom, zei Spin, we gaan Kathy. Het was maar een korte wandeling naar het kasteel.
Kathy en Spin waren bij het kasteel. Kom we lopen naar de pratende lift, zei Spin. Hallo pratende lift. Wij willen naar boven. Naar Opa en Oma Tovenaar.
Dat is goed, zei de pratende lift. Kom maar binnen. Dan gaan we naar boven. Heel hoog in de toren. En vergeet niet jullie koffer mee te nemen.
De lift ging snel naar boven. En de deur ging open. Spin riep: Opa en Oma waar bent U? Hallo zeiden Opa en Oma Tovenaar, wat fijn dat jullie er zijn.
Oma maakt taart. Als het klaar is dan ga ik toveren, zei Opa. Ik tover aardbeien. Die legt Oma dan op de taart. Of willen jullie kersen? Ik graag aardbeien, zei Kathy. Want die vind ik erg lekker. En Spin liever kersen.
×