Samenvatting
In dit boek biedt Meijering een vertaling met aantekeningen van Karl Barths beschouwingen over Gods drie-eenheid.
Het dogma van de drie-eenheid was en is voor velen een van de grondpijlers van het christelijke geloof, anderen zien hierin spitsvondige haarkloverij over dingen die we niet kunnen weten. Karl Barth gebruikt dit oude dogma om voor de christenen duidelijk te maken dat God een levende God is die we niet in één beeld kunnen vastleggen. Hij gaat hierbij op een volwassen manier met de kerkelijke en theologische traditie om: niet infantiel napratend en niet puberaal tegensprekend. Meijering is van mening dat hij in dit opzicht nog steeds als voorbeeld kan fungeren.