Samenvatting
Als we sommige wetenschappers moeten geloven stamt bijna elke Europeaan van Karel de Grote. Over deze beroemde keizer van het middeleeuwse Karolingische Rijk, ook wel de vader van Europa genoemd, is al heel veel geschreven. Maar de auteurs hebben niet alles verteld, want er is gezwegen over de grootste fraude in de geschiedenis die ertoe heeft geleid dat het beeld dat wij van Karel de Grote hebben niet klopt met de werkelijkheid. Dit heeft niet alleen grote gevolgen voor al zijn afstammelingen, maar het raakt ons allemaal. Nog dagelijks wordt onze maatschappij en de wereld er door beïnvloed, maar het ergste is dat ons vertrouwen in de integriteit en deskundigheid van de historici is aangetast. Het gaat in dit boek niet alleen om onze hoofdpersoon, maar het betreft de gehele geschiedschrijving. In feite is de kardinale vraag of de historici ons wel de waarheid over het verleden hebben verteld. Deze vraag is het leidmotief van dit boek, waarbij het antwoord is toegespitst op Karel de Grote. Op deze zoektocht naar de waarheid is o.a. ruime aandacht besteed aan de dateringen van archeologische vondsten. Door verkeerde aannames worden zij te oud gedateerd. Vaak zijn ze honderden jaren jonger; artefacten die zogenaamd uit de Romeinse tijd stammen, blijken van middeleeuwse origine te zijn. Deze uitkomst wordt ondersteund door het verzwegen feit dat Pompeii in december 1631 door de Vesuvius is bedolven en niet in 79 na Chr. Er zijn talloze bewijzen dat deze "Romeinse" plaats in de zestiende eeuw een levend stadje was. Dit houdt o.a. ook in dat de Peutinger-kaart ten onrechte het etiket Romeins opgeplakt heeft gekregen, evenals de Nedergermaanse Limes die Nederland en Duitsland voor de Werelderfgoedlijst van Unesco willen voordragen. Maar ook het huidige Palestijnse drama is een gevolg van foute geschiedschrijving. En door toedoen van de Rooms-katholieke kerk wordt het Etruskisch nog steeds als onleesbaar beschouwd, terwijl deze taal van de Etrusken al in het begin van de negentiende eeuw was ontcijferd.