Samenvatting
Voorbereiding op het Heilig Avondmaal, ds. E. Venema Avondmaal houden vraagt om persoonlijk zelfonderzoek. ‘Maar de mens beproeve zichzelven, en ete alzo van het brood, en drinke van den drinkbeker’ (1 Kor. 11:28). Kennen we het vervuld zijn met een heimwee naar de wateren des heils, zoals David: ‘Gelijk een hert schreeuwt naar de waterstromen, alzo schreeuwt mijn ziel tot U, o God’? Met Jakob greep hij zich vast aan de mantel van Zijn gerechtigheid en zei: ‘Ik zal U niet laten gaan, tenzij dat Gij mij zegent’ (Gen. 32:26b). Dit moet gekend worden om eenmaal eeuwig avondmaal te mogen houden. Zulken gaan met blij vooruitzicht uitroepen: ‘Dan ga ik op tot Gods altaren.’ Mist u nog dat heimwee naar God? Dan is er geen plaats voor u aan het avondmaal. ‘Want die onwaardiglijk eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelven een oordeel, niet onderscheidende het lichaam des Heeren.’ Preek 1: Davids heimwee naar God Gelijk een hert schreeuwt naar de waterstromen, alzo schreeuwt mijn ziel tot U, o God! (Ps. 42:2). Preek 2: Ten dis geleid En zij zeide: Ja Heere; doch de hondekens eten ook van de brokskens, die er vallen van de tafel hunner heren (Matth. 15:27).