Samenvatting
Ruim anderhalve eeuw was de VOC koloniaal bestuurder over het kustgebied van Sri Lanka - vanaf de verovering van Galle in 1640 tot aan de Engelse overname van de kolonie in 1796. De VOC was naar Ceylon gekomen om de koning van het binnenlandse rijk Kandy te helpen de Portugezen van het eiland te verjagen. Dat lukte uiteindelijk in 1658, maar de Nederlanders waren na hun verleende diensten niet van plan te vertrekken. Sterker nog, de VOC wist haar bondgenoot Raja Sinha II en zijn opvolgers van de buitenwereld te isoleren. Tandenknarsend moesten de koningen van Kandy accepteren dat de machtige VOC de opbrengsten van de uitvoer van kaneel en olifanten voor zich hield en niet bereid was het koninkrijk Kandy ook maar een beetje in zijn eigen rijkdommen te laten delen. Het verhaal van het Nederlandse koloniale bestuur en van de relatie tussen de VOC en Kandy wordt verteld aan de hand van de rijke collectie van het Rijksmuseum, aangevuld met illustraties van andere instellingen. Kaneel & olifanten verschijnt in de Landenreeks van de afdeling Geschiedenis van het Rijksmuseum. Aan de hand van voorwerpen uit de collectie van het Rijksmuseum wordt in deze serie het gedeelde verleden beschreven van Nederland en respectievelijk Indonesiƫ, Japan, China, India, Sri Lanka, Zuid-Afrika, Ghana, Suriname en Braziliƫ.