Samenvatting
Bestaat er in een hedonistische samenleving voldoende wil om genadeloos te zijn tegen terrorisme? Zal de bevolking in een democratie het neutraliseren van terroristen tegen de prijs van vrijheidsbenemende maatregelen voor haar rekening durven of willen nemen? Precies zoals bij het bestrijden van een maligne tumor dus tot en met het killen van de laatste kankercel, desnoods met opoffering van gezond weefsel? Dus niet als voortzetting van een bepaalde politiek (zoals Clausewitz ‘oorlog’ definieerde), maar als een 'heilige oorlog' om de Westerse Beschaving te verdedigen tegen de machten en krachten achter een nietsontziende terreur? Zijn democratieën überhaupt geschikt voor een dergelijke afruil? Want zijn ze niet van nature weinig slagvaardig, begrensd en kwetsbaar - ‘a soft environment for terrorism'?