Samenvatting
Examencommissies in het hoger onderwijs hebben een centrale rol in de borging van toetsing en examinering in het hoger onderwijs. Leden van de examencommissies worden geacht op de hoogte te zijn van de toepasselijke wetgeving in het hoger onderwijs, zoals de WHW (de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderwijs), maar ook de uitspraken van het centrale rechtscollege, het CBHO (College van Beroep voor het Hoger Onderwijs). Dit boek is een beknopt naslagwerk waarin de wetgeving en de hoofdlijnen van de jurisprudentie worden besproken aan de hand van een aantal thema’s. Gestart wordt met de juridische taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de examencommissie naast andere actoren zoals het opleidingsmanagement en de examinatoren. Ook wordt ingegaan op de eisen aan de besluitvorming en de vraag of studenten een beroep kunnen doen op bijvoorbeeld het vertrouwensbeginsel. Onderwerpen zoals vrijstellingen, bindend studieadvies, fraude en de juridische kaders rond toetsing en beoordeling komen aan bod. Rechten en plichten van studenten met een functiebeperking en de rol van examencommissies vormt een apart onderdeel. Steeds wordt kort het wettelijk kader toegelicht, waarna illustratie volgt van de toepassing van de wet aan de hand van casuïstiek van het CBHO. De uitgave is in eerste instantie bedoeld voor leden van examencommissies, secretarissen en andere ondersteuners, maar ook stafleden en management van hoger onderwijsinstellingen en juristen die universiteiten en hogescholen of studenten bijstaan in geschillen kunnen er hun voordeel mee doen. Over de auteur. Pieter Huisman is bijzonder hoogleraar onderwijsrecht vanuit de stichting onderwijsrecht op pluriforme grondslag aan de Erasmus School of Law, Rotterdam, senior adviseur bij Hobeon Den Haag en onderzoeker bij het lectoraat Public Governance van de Haagse Hogeschool. De uitgave maakt onderdeel uit het onderzoekprogramma van genoemd lectoraat naar de veranderende rol van publieke professionals.