Samenvatting
In 363 n.Chr. stierf Flavius Claudius Julianus, beter bekend als Julianus de Afvallige. Nog geen twintig maanden had hij over het Romeinse rijk geregeerd toen hij, niet ver van het moderne Bagdad, dodelijk werd getroffen door een speer die zich dwars door zijn ribben heen in zijn lever boorde. Wie had die speer gegooid? Kwam hij van de vijand of uit de eigen gelederen? Julianus de Afvallige zou in het Romeinse rijk vele duizenden slachtoffers gemaakt hebben. In de christelijke geschiedschrijving staat hij te boek als een monster, vervuld van een blinde haat tegen alle christenen, die hij vervolgde en op barbaarse wijze folterde. Heidense auteurs oordelen milder over hem, en Julianus zelf heeft vele geschriften nagelaten. Het wordt daarom tijd legende en werkelijkheid van elkaar te onderscheiden, en zo Julianus recht te doen. Hans Teitler heeft die taak op zich genomen. Met verve vertelt hij het verhaal van de Romeinse christenvervolgingen en belicht hij de rol van de Afvallige daarin. Ook besteedt hij veel aandacht aan de mythevorming rond de keizer, waarbij de latere martelaarsverhalen een belangrijke plaats innemen.