Samenvatting
Juliana (1909-2004) was een door velen geliefde vorstin; niettemin weten we weinig van haar persoonlijk leven. Na een afgeschermde jeugd in de benauwenis van het hof en na haar opbloei tijdens haar verblijf in Canada gedurende de Tweede Wereldoorlog, waarbij ze zich veel actiever inzette voor de geallieerde zaak dan veelal wordt gedacht, begon Juliana in 1948 vol ambitie aan haar ‘zware maar mooie’ taak. De competente prinses werd evenwel algauw geconfronteerd met grote persoonlijke en politieke teleurstellingen en haar regeringsperiode werd getekend door een reeks van crises. Juliana’s blijvende liefde voor prins Bernhard, die in 1936 als haar bevrijder uit de hemel was gevallen, werd haar achilleshiel. Hij bracht haar bijna ten val. Juliana was grillig en gretig; gelovig en goedgelovig. Gewoon was ze in elk geval niet. Ze moest functioneren in een wereld van zich vaak superieur voelende mannen. En zoals ze zich tegen allerlei andere conventies verzette, verzette Juliana zich van jongs af aan tegen de achterstelling van vrouwen. Niet eerder verscheen een zo uitgebreide, op wetenschappelijk onderzoek gebaseerde biografie van de vorstin die velen beschouwen als ‘onze’ koningin. Withuis kon haar werk baseren op brieven en ander nooit eerder gepubliceerd privémateriaal. Daarmee schreef ze niet alleen een intieme en indringende levensgeschiedenis, maar ook een portret van een veelbewogen eeuw.