Samenvatting
Hij een eurocraat, zij iemand zonder verblijfsvergunning. Hij lobbyt voor grote bedrijven, zij doet allerhande onderbetaalde klusjes. Hij een westerling, zij een Afrikaanse. Hij een ‘expat’, zij een ‘migrant’.
Wanneer Griff en Ama een relatie krijgen, moeten ze heel wat twijfels en vooroordelen opzijzetten. Overwint liefde alles? Of gebruiken ze elkaar slechts even, tot ze de ander niet meer nodig hebben? En wat is dat met de stad waarin ze wonen? Brussel, wereldstad tegen wil en dank, vol kunst en fijnstof, de ene dag vriendelijk en de volgende dag grimmig, met soms wat zon maar meestal veel te dikke wolkenpartijen.
In een sensuele, meeslepende stijl onderzoekt Jouw huid wat liefde en stedelijkheid in de eenentwintigste eeuw betekenen. Zijn wij allen wereldburgers geworden? Of verdwalen we alleen maar een beetje?
Jij ligt in een oksel, zijn oksel, met je hoofd in die vochtige warmte. Tevreden. Je ligt in een oksel en voelt zijn hartslag. Ligt in zijn oksel en ligt in de oksel van de stad.