Samenvatting
John Dewey (1859-1952) wordt algemeen beschouwd als de belangrijkste Amerikaanse filosoof en pedagoog van de twintigste eeuw. Zijn bekendheid en invloed strekken zich wereldwijd uit. Als reformpedagoog leverde Dewey een beslissende bijdrage aan onderwijsvernieuwing, maar stond kritisch ten opzichte van het vernieuwen-om-het-vernieuwen. Dewey schreef over uiteenlopende pedagogische vraagstukken, waarbij hij steeds de verbinding legde tussen opvoeding, onderwijs en democratisch burgerschap. Hij bedreef geen luchtfietserij: door zijn ervaring als hoofd van een experimentele school in Chicago waren zijn opvattingen stevig geworteld in een pedagogische praktijk. Veel daarvan is ook in onze tijd herkenbaar en prikkelend. Deweys ideeën zijn zeer relevant voor actuele discussies over samenhang in het curriculum, burgerschapsvorming in basis- en voortgezet onderwijs en maatschappelijke stages. In dit boek presenteert Joop Berding een keuze uit de rijkgevulde schatkamer van Deweys publicaties, die meer dan zeventig jaar omspannen. Aan de hand van de vier themas opvoedend onderwijs, spelen en leren, leerinhouden en onderwijsmethode en burgerschapsvorming zijn deze teksten geordend en van een toelichting voorzien. Het geheel wordt voorafgegaan door een heldere inleiding in het werk van Dewey en zijn positie en betekenis voor opvoeding, onderwijs en democratisch burgerschap. Voor het eerst is nu een aantal sleutelteksten van Dewey in het Nederlands vertaald en kan een breder publiek kennismaken met deze belangrijke denker.